Overdonderen als krachtig wapen

Bron: Eindhovens Dagblad, 13 september 2006

Mensen helpen die daar niet om vragen. Sterker nog: die je de deur wijzen, uitschelden of beloftes doen die ze niet nakomen. Waarom zou je dat doen? En ook: hóe doe je dat? Het Bemoeizorgteam Helmond bestaat deze maand tien jaar. “We overdonderen. Dat is onze kracht.”

Het is een vorm van hulp die niet zo bekend is: bemoeizorg. Het woord zegt eigenlijk wat het is: je bemoeien met mensen die zorg nodig hebben. Maar dan wel mensen die daar niet om vragen, die denken dat ze het zelf best redden. Die dus aangemeld moeten worden door anderen. Dat kan de buurt of de woningbouwvereniging zijn als er bijvoorbeeld woningoverlast is. Maar ook familieleden, vrienden of collega’s die het idee hebben dat iemand ernstig aan het afglijden is.

En dus liggen overal eieren. Bij wijze van spreken dan. Want iemand helpen die niet geholpen wil worden; begin er maar eens aan. En probeer instanties maar eens te overtuigen van het feit dat de overlast van die bewoner na al die tijd nu wérkelijk af zal nemen, dat afspraken nu écht nagekomen zullen worden of rekeningen natúúrlijk betaald. Want de bemoeizorgers komen vaak pas in beeld als het al behoorlijk uit de hand is gelopen. Ze moeten dus diplomatiek zijn en veel, heel veel geduld hebben. Om niet eens altijd het gewenste resultaat te boeken.

Toch zet het Bemoeizorgteam Helmond zich elke dag weer in voor het welzijn van de 220 cliënten. Deze maand al tien jaar. De medewerkers laveren voorzichtig tussen gevoelige situaties door of hakken juist met de botte bijl, regelen, praten, overreden, schakelen andere hulpverleners in als dat nodig is en zorgen er soms, in crisissituaties, voor dat iemand gedwongen opgenomen wordt. Elk ‘geval’ is weer improviseren.
Het is prachtig werk, vinden bemoeizorgers Bart Giebels en Herm Kisjes. “Het geeft veel voldoening de leefsituatie van cliënten concreet te verbeteren door te helpen met dingen waar ze in hun eentje niet uitkomen”, aldus Kisjes. “Dat kan zijn omdat ze er bang voor zijn of er geen kaas van gegeten hebben, zoals bijvoorbeeld financiën of een ambtelijke briefwisseling. Vaak valt een grote druk van ze af als er dingen goed geregeld zijn. Incassobureaus en boze brieven van een woningbouwvereniging kunnen voor veel stress zorgen.”
“We overdonderen de mensen; ze vragen immers zelf niet om onze komst”, aldus Giebels. “Dat is onze kracht. We zijn meteen ter plekke en kunnen ook direct iets doen.”

De bemoeizorgers krijgen veel naar hun hoofd geslingerd, zowel figuurlijk als soms zelfs letterlijk. Maar ze houden vol. “We zijn weleens met een ijzeren staaf van de deur gejaagd,” aldus Giebels. “Samen met de politie zijn we toen teruggegaan. We maken veel gebruik van ons netwerk, bemoeizorg doe je niet alleen.”
“Als we de situatie niet vertrouwen, zijn we met z’n tweeën”, aldus Kisjes. “Maar we gan hoe dan ook een praatje maken, laten regelmatig weten dat we er zijn. Meer kun je soms niet doen.” En dat hoeft ook niet altijd, vindt hij. Ook Giebels geeft aan dat hij ‘als hij alles geprobeerd heeft’ soms wel eens genoegen moet nemen met minder dan de inzet (zie kader hieronder).
Het is belangrijk dat de medewerkers van Bemoeizorg naar de mensen toe gaan, vinden ze allebei. “Om klanten goed te behandelen en te helpen moet je hun thuissituatie kennen”, is de vaste overtuiging van Giebels. “Mensen praten in hun eigen omgeving heel anders dan in een kantoor. Om te weten wat je voor iemand kunt betekenen, moet je weten hoe zijn leven is verlopen.”
Ook al zijn de meeste beginsituaties niet ideaal, uiteindelijk levert het meestal wel wat op. “In negentig procent van de gevallen win je op den duur het vertrouwen van de cliënt”, schat Kisjes. “Dat gaat bij de een wat makkelijker dan bij de ander, maar eenmaal op dat punt ben je echt samen aan het werk en ga je –stapje voor stapje- vooruit.”

_______________________________________________________________________
Je een dagje overal mee bemoeien
Het is voor negen uur in de ochtend. In de wachtkamer van het Helmondse Bemoeizorgteam zit een man. Hij ziet eruit zoals je zou verwachten in deze omgeving: ingeschoren, smoezelige kleding, verdwaasde blik. Duidelijk iemand die hulp nodig heeft.

Maar zo eenvoudig blijkt de indeling niet te zijn tussen hulpbehoevend en onafhankelijk. Want even later stapt Henk binnen. Geschoren, fris gewassen, schone kleren, vrolijk. En op tijd. Dat laatste is bijzonder, zal later op de dag blijken. Op het eerste gezicht is hij helemaal niet hulpbehoevend. Toch voelt Henk, die al een tijd niet meer drinkt, zich nog niet stevig genoeg om het helemaal alleen te doen. En dus komt hij eens in de zoveel weken even een praatje maken, bezoekt hij de zelfhulpgroep regelmatig en woon hij in Den Herd in Helmond, waar begeleiding aanwezig is. “Stoppen is een lange, moeilijke weg”, besluit hij na een relaas over een heel bijzonder woordenboek dat hij aan het schrijven is, anecdotes over borstvoeding én een uitgebreide uiteenzetting over de geintjes die hij uithaalt in de gezamenlijke ruimte van Den Herd. Samen met Kisjes herinnert hij zich zijn situatie voordat Bemoeizorg zich over hem ontfermde. “Ik dronk de hele dag, het maakte me niks meer uit”,  weet hij nog. Hij is blij dat zijn leven weer enigszins op orde is, maar erkent dat het alcoholgevaar altijd op de loer ligt en dat hij er nog ‘lang’ niet is.

Om vijf voor tien belt Kisjes aan bij een dame van wie bij het team bekend is dat ze geen contact wil. “Je komt erg ongelegen”, is dan ook haar reactie. Kisjes laat zich niet uit het veld slaan en zegt: “Ik kom toch altijd ongelegen?” Blijkbaar de goede benadering, want de deur gaat verder open en hij mag binnenkomen. Na een kwartiertje rijden we weer verder, op weg nu naar Beek en Donk, waar een cliënte een afspraak heeft met de woningbouwvereniging. Kisjes gaat mee om te bemiddelen. Onderweg vertelt hij dat het gesprekje met de dame ‘vrij goed’ verliep. Op de parkeerplaats in Beek en Donk gaat zijn mobiele telefoon. Het is de dame van zojuist. Ze is kwaad, ze is woest. Ze schreeuwt bijna. Dat Kisjes haar stalkt, dat ze niet goed behandeld is, dat als hij nog één keer aan haar deur komt, ze hem iets aan zal doen. Kisjes blijft kalm en redelijk. Hij zegt haar dat ze hem niet moet bedreigen en dat hij niet kan beloven dat hij nooit meer bij haar aan zal kloppen. Het gesprek wordt beëindigd. Hij haalt zijn schouders op. Ach ja.
De afspraak met de woningbouwvereniging gaat niet door; de cliënte is niet komen opdagen. Kisjes is niet verrast. Deze dame laat vaak op zich wachten. Na een telefoontje blijkt ze problemen met haar auto te hebben. “Voor de zoveelste keer”, zucht Kisjes opgewekt.
Bemoeizorgers bewegen zich nou eenmaal in een wereld waarin de manieren soms heel anders zijn, afspraak lang niet altijd afspraak is en waar mensen ’s ochtends al niet meer aanspreekbaar zijn vanwege drugs- of drankgebruik. De rest van de dag leggen we huisbezoekjes af en bespreken met de Helmondse woningbouwvereniging Woonpartners zaken die met de privacy van bemoeizorg-cliënten te maken hebben. We wachten, vergeefs blijkt later, op een cliënt bij de GGZ Oost Brabant op het Helmondse ziekenhuisterrein. Na een kwartiertje besluiten we te vertrekken. Om nog vandaag anderen te helpen. Of dat in ieder geval te proberen.

_______________________________________________________________________
Zalm als opening
Bemoeizorger Bart Giebels bemoeide zich een tijd met een negentigjarige psychotische dame uit Asten.
“Deze vrouw was al heel lang geïsoleerd en leefde in een vervuild huis, deed geen boodschappen meer omdat ze haar huis niet goed uitdurfde vanwege waanbeelden; onbekenden zouden haar woning overnemen als ze wegging, dacht ze. Qua voedsel was ze daardoor afhankelijk van een paar familieleden in het westen van het land die haar af en toe een pakketje toeschoven. Tijdens mijn eerste bezoeken was ik op zoek naar een manier om contact met haar te maken. Ik vroeg haar wat ze nog at en of ze ook een lievelingsmaaltijd had. Ze bleek zalm toch wel een beetje te missen. Uiteindelijk ben ik dat voor haar gaan halen en nog wat meer boodschappen voor haar gaan doen. Heel langzaam is er zo een band tussen ons gegroeid. Eerst mocht ik alleen aan de deur staan, daarna mocht ik al in het halletje komen en op het laatst vertrouwde ze me zelfs in de woonkamer. Uiteindelijk heb ik niet veel meer kunnen bereiken dan dat ik iedere week voor haar boodschappen zorgde. Meer zat er niet in en daar moest ik genoegen mee nemen. Soms is dat zo. Maar als je bedenkt hoe moeilijk het was om binnen te komen, dan was het nog best wat. Het leven van die dame verbeterde; ze at tenminste weer. Het is elke keer een uitdaging erachter te komen waar de opening naar contact zit.”

_______________________________________________________________________
Cijfers en letters
Het Bemoeizorgteam Helmond is tien jaar geleden opgezet door GGZ Oost Brabant. In 2000 is Novadic-Kentron ingestapt.
Het aantal aanmeldingen stijgt de afgelopen jaren. Werden in 2001 66 personen geholpen, in 2004 was dat aantal gestegen tot 172 cliënten en vorig jaar werden al 220 personen uit Helmond en omstreken bezocht.
Wanneer komen de bemoeizorg-medewerkers in actie? Als er sprake is van psychiatrische problematiek, eventueel gecombineerd met verslavingsproblemen. Ook als er sprake is van overlast, verwaarlozing, vervuiling of huiselijk geweld en er geen andere hulpverleningsinstantie ingeschakeld is.
Het Bemoeizorgteam bestaat uit een psychiater en vijf (sociaal-psychiatrisch) verpleegkundigen die allemaal ervaring hebben met verslavingsproblematiek en psychiatrische aandoeningen.

Terug naar nieuwsoverzicht

# #
#
# #